Denk je aan zelfdoding en heb je hulp nodig? Bel dan direct de gratis hulplijn 0800-0113.

Soms kun je je zo slecht voelen dat je niet verder wilt leven. Praten over zelfdoding kan bij deze landelijke hulplijn voor zelfmoordpreventie. Je kunt ook terecht op de website 113.nl, bijvoorbeeld om te chatten met een hulpverlener.

Praat er ook over met je huisarts. Vraag om een dubbele afspraak buiten het spreekuur, dan heb je meer tijd.

 

Vormen van trauma- en stressgerelateerde stoornissen

Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Als je iets schokkends meemaakt, dan kun je last krijgen van PTSS. Je hebt dan bijvoorbeeld vaak nachtmerries of flashbacks van de gebeurtenis. Daardoor voelt het alsof je de gebeurtenis steeds opnieuw beleeft.

Je probeert uit de buurt te blijven van plekken, dingen of mensen die je aan de gebeurtenis herinneren. En je voelt je gespannen als je aan het trauma denkt of erover praat. Ook kun je je erg somber, boos of schuldig voelen.

Als de klachten langer dan 1 maand aanhouden, dan kun je PTSS hebben. De klachten kunnen direct na de schokkende gebeurtenis ontstaan, maar soms ook pas jaren later.

Acute stressstoornis (ASS)

Een acute stressstoornis lijkt op PTSS, maar duurt korter. Zo heb je bij een acute stressstoornis maximaal 4 weken last van klachten. De klachten ontstaan direct of een paar weken na de schokkende gebeurtenis.

Aanpassingsstoornissen

Veranderingen in je leven kunnen voor veel stress zorgen. Zoals een scheiding, een verhuizing en het verliezen van je baan. Maar ook leuke gebeurtenissen kunnen stress veroorzaken. Zoals je bruiloft of de geboorte van je kindje.

Mensen met een aanpassingsstoornis reageren heel hevig op zulke veranderingen. Zij kunnen zich er minder goed op aanpassen en voelen zich dan bijvoorbeeld ernstig somber, bang, boos of juist vlak.

Hechtingsstoornissen

Sommige kinderen krijgen niet genoeg liefde en veiligheid. Of hebben verzorgers die ze mentaal en/of lichamelijk pijn doen. Deze kinderen kunnen een hechtingsstoornis ontwikkelen.

Kinderen met een hechtingsstoornis hebben vaak meer moeite met vriendschappen en relaties. Soms denken ze ook slecht over zichzelf. Deze problemen kunnen zich ook op latere leeftijd ontwikkelen.

Bij een reactieve hechtingsstoornis (RHS) voelen kinderen zich niet vrij. Ze trekken zich terug en laten weinig emoties zien. Een andere soort hechtingsstoornis is de ontremd-sociaalcontactstoornis (OSCS). Hierbij voelen kinderen zich juist te vrij. In situaties zoeken ze vaak de grenzen op. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • Dr. mr. Christiaan H. Vinkers, psychiater, Amsterdam UMC