Alles kost sinds mijn hersenbloeding energie. Energie die ik nog maar in beperkte mate heb. Dus ja, alle energie die ik kan besparen is mooi meegenomen. Dat maakt de dag namelijk leuker.

De pot

Sinds kort heb ik dan ook een “pot.” Een soort pan waarin je kan slow cooken of juist onder hoge druk kan koken. Handig, je gooit er alles in, op een tijdstip dat het geen spitsuur is en je laat het uren pruttelen. De pot doet de rest. Het brandt niet aan en het houdt het eten vanzelf warm. Dat moet goed komen.

Ik pakte de pot uit en had geen idee hoe het werkte. Een handleiding lezen kost ook weer energie. Ik bedenk me dat ik beter een recept op internet kan zoeken en dat volg ik dan gewoon. Ik spaar weer energie!

Op naar de winkel…

Enthousiast geworden, pak ik de fiets om naar de winkel te gaan om de ingrediënten te kopen. Die winkel, daar zou vandaag het grootste deel van mijn energie naar toe gaan. Ik ging een curry maken met mango, kip en bosui. In de buurt van de winkel zette ik de fiets aan de ketting en ik liep de supermarkt in die net verbouwd is. Ai, dat betekent dus dat de winkel veel groter is en alles ergens anders staat. Al snel voel ik me overprikkeld en dus stuur ik mijn winkelwagentje snel door alle gangen naar de bosui, de mango en de kip. Bij de kassa ben ik blij dat ik er ben. Fijn dat de muziek niet zo duidelijk aan stond in deze winkel. Ik reken af, stop de boodschappen in mijn fietstas en zet het karretje weg.

Ik loop richting de fiets en merk dat ik even niet weet waar ik mijn fietssleutel gelaten heb. Opeens weet ik het weer, de sleutel zit onderin de volgepropte boodschappentas. Ik krijg het een beetje warm, alles buiten uitladen zie ik niet zo zitten. Met een  hand wurm ik mij langs de kipfilet en mango en nog wat boodschappen en voorkom zo dat ik alles uit moet pakken. Gelukkig, ik kan naar huis. Maar ik bedenk me opeens dat de bosui niet paste in de tas, hij was te lang. Geen flauw idee waar die nu weer is. Ik krijg het nog warmer.

Praatje met de buurman

Dan hoor ik opeens: “ Hallo, ik kan je echt niet voorbij lopen als ik rakelings langs je heen loop maar je bent helemaal afwezig.” Ik kijk mijn buurman verdwaasd aan, waar komt hij nu ineens vandaan. “Ja sorry”, zeg ik,” beetje druk in de winkel, ik had je echt niet gezien.” Ik vraag ad rem, dat dan wel weer, hoe het mijn zijn vrouw gaat die ziek is. Toch goed dat ik daar aan denk, denk ik tevreden. Dat gaat tenminste goed.

Ik loop naar mijn fiets en weet opeens ook dat de bosui nog in het karretje ligt. Ik red het niet nu terug te gaan en waarschijnlijk is het karretje al weg. Dan maar naar huis zonder bosui. Ik denk dat ik genoeg signalen gehad heb dat ik aan mijn taks zit. Nu al. Maar ik laat mijn plan toch niet varen.

Rustig dagje?

Na het rusten haal ik ‘s middags om de hoek bosui, snijd alles en doe het in de pot. Ik kijk er verder niet meer naar om. Dat moet goed komen. Rond etenstijd zit ik vrolijk met mijn benen omhoog in de tuin te wachten totdat iedereen thuis komt. “Zo werkt het, zo’n pot? Jij zit er relaxt bij. Rustig dagje gehad?“


Tijdens haar werk kreeg Susan een hersenbloeding (een SAB NNO). Na een aantal dagen ziekenhuis dacht ze wel weer beter te zijn, maar niets bleek minder waar. Een revalidatietraject volgde. Inmiddels werkt Susan helemaal niet meer. Ze heeft veel last van vermoeidheid, prikkels etc. Toch blijft Susan in mogelijkheden denken en probeert er het beste van te maken! Susan: “Dat levert soms verrassende dingen op.”