Verschillende vormen
Er zijn twee soorten fobieën:
- Iemand met een enkelvoudige of specifieke fobie is bang voor één bepaald ding, dier of situatie. Te denken valt hierbij aan angst voor spinnen, de tandarts, hoogtevrees, maar ook angst voor bijvoorbeeld witte knoopjes of vlinders.
- Er is sprake van een sociale fobie als iemand heel bang is om dingen te doen ten overstaan van anderen. De angst om ‘af te gaan’ of in verlegenheid gebracht te worden is zo groot, dat sociale situaties – een presentatie houden, maar ook op bezoek gaan bij anderen – zoveel mogelijk vermeden worden. Het wordt ook wel sociale angststoornis genoemd.
392.000 mensen
Volgens het RIVM was dit het aantal mensen in 2016 op basis van bevolkingsonderzoek met een sociale fobie.
523.400 mensen
Volgens het RIVM was dit het aantal mensen in 2016 op basis van bevolkingsonderzoek met een specifieke fobie.
38.000 mensen
Volgens het RIVM was dit het aantal mensen in 2016 op basis van bevolkingsonderzoek met een agorafobie (straatvrees).
Oorzaak
Naar de biologische achtergronden van fobieën is nog nauwelijks onderzoek verricht. De sociale fobie komt biologisch gezien waarschijnlijk sterk overeen met de paniekstoornis: ook hier wordt uitgegaan van een verstoorde werking van noradrenaline en het serotoninesysteem.
Behandeling
Met de juiste behandeling kan een angststoornis vaak sterk verbeteren. De behandeling kan bestaan uit medicijnen (antidepressieve of kalmerende middelen) of cognitieve gedragstherapie, of een combinatie van beide.
Cognitieve therapie gaat in op het denkpatroon van de patiënt en laat deze inzien dat het angstgevoel het gevolg is van een verkeerde interpretatie van lichamelijke verschijnselen, zoals een versnelde hartslag. Het formuleren van een meer realistischer interpretatie is een groot onderdeel van cognitieve therapie. Gedragstherapie bij een specifieke fobie is gericht op blootstelling van de patiënt aan het onderwerp van zijn fobie, om zo de angstklachten te verminderen.