Gewoon een rondje fietsen: dat klinkt niet zo bijzonder. Maar tijdens zo’n fietstochtje zijn je hersenen heel hard aan het werk. Hoe dat zit, zie je in deze animatie.
LET OP: Deze animatievideo bevat prikkels.
Witte en grijze stof van de hersenen
Als we het over onze hersenen hebben, noemen we dit ook wel de ‘grijze massa’. Maar wist je dat je hersenen niet alleen uit grijze, maar ook uit witte stof bestaan?
De grijze stof zit vooral aan de buitenkant van je hersenen. Het bestaat voor het grootste deel uit zenuwcellen. Je kunt de grijze stof zien als de plek waar informatie wordt verwerkt.
De witte stof zit aan de binnenkant van je hersenen en bestaat uit de verbindingen tussen de zenuwcellen. Om deze verbindingen heen zit een wit isolatielaagje (myeline), vandaar de naam witte stof.
Dit laagje zorgt ervoor dat signalen tussen zenuwcellen razendsnel worden doorgegeven. Je kunt de witte stof dus zien als de plek waar informatie wordt doorgegeven.
Hersencellen
Zenuwcellen
Je hersenen bevatten ongeveer 86 miljard zenuwcellen. Dat is twaalf keer zoveel als er mensen op aarde rondlopen! Een zenuwcel heet ook wel een neuron.
Zo’n cel bestaat uit een cellichaam met een celkern en meerdere uitlopende sprieten. De korte uitlopers heten dendrieten, de lange uitloper heet een axon. Via deze uitlopers kunnen de zenuwcellen in de hersenen met elkaar communiceren. Dat doen ze door elektrische seintjes naar elkaar te sturen.
Aan het uiteinde van een axon zit een synaps. Dit is de plek waar twee zenuwcellen met elkaar communiceren. De synaps brengt het signaal via signaalstoffen (neurotransmitters) van het axon van de ene zenuwcel over naar de dendriet van de andere zenuwcel.
Gliacellen
Naast zenuwcellen bevatten je hersenen ook nog 1000 miljard gliacellen. Onderzoekers dachten lang dat deze cellen alleen belangrijk waren bij het helpen van de zenuwcellen. Maar inmiddels weten we dat gliacellen ook andere belangrijke functies hebben.
Zo ondersteunen ze het hersenweefsel door te zorgen voor stevigheid en maken ze de isolatielaag myeline. Daarnaast ruimen gliacellen dode of kapotte cellen op. Ook zijn ze belangrijk voor de werking van de bloed-hersenbarrière.
Neurale netwerken: verbindingen in je hersenen
Iedere zenuwcel kan met ongeveer 5.000 andere zenuwcellen verbinding maken. Zenuwcellen staan met elkaar in verbinding in zogenaamde neurale netwerken.
In zo’n netwerk zijn zenuwcellen uit één hersengebied met elkaar verbonden. Dit gebeurt via korte verbindingen. Sommige zenuwcellen zijn via lange verbindingen verbonden met zenuwcellen uit een heel ander gebied, een stuk verderop.
De verschillende gebieden in je hersenen kunnen zo informatie met elkaar uitwisselen. De gebieden in een neuraal netwerk werken namelijk continu samen.
Je hersenen in beweging: plasticiteit
Je hersenen veranderen steeds, je hele leven lang. Ze passen zich aan door nieuwe verbindingen te maken en bestaande verbindingen te versterken of te verzwakken. Wanneer je nieuwe dingen leert, worden verbindingen gemaakt of versterkt. Verbindingen die je niet gebruikt, worden verzwakt.
Het steeds veranderen van je hersenen heet plasticiteit. Het is belangrijk dat je hersenen dit kunnen. Het zorgt er namelijk voor dat je om kunt gaan met veranderingen in je omgeving.
Denk bijvoorbeeld aan het onthouden van telefoonnummers. Tientallen jaren geleden moesten we elk telefoonnummer opzoeken en handmatig draaien of intikken. Daardoor gingen we die vanzelf onthouden. Tegenwoordig hoef je telefoonnummers alleen maar op te slaan in je telefoon. We hoeven ze niet meer te onthouden en zo maken je hersenen ruimte voor andere verbindingen.
Ook interessant
Het Breinmuseum: maak een audiotour door je hersenen.