Wat is een angststoornis?

Er bestaan verschillende soorten angststoornissen. 

Bij een paniekstoornis heb je regelmatig last van paniekaanvallen: een korte, hevige angst die vaak onverwachts optreedt. Je hebt naast het angstige gevoel ook lichamelijke klachten waar je inéén keer en tegelijk last van krijgt:

  • hartkloppingen
  • ademnood
  • zweten
  • een beklemmend gevoel op de borst
  • trillen of beven
  • duizeligheid
  • misselijkheid en opvliegers
  • of koude rillingen

Soms zijn al deze klachten zo heftig dat je bang bent om de controle over jezelf te verliezen, gek te worden, flauw te vallen of zelfs dood te gaan. Hierdoor ontstaat angst voor angst.

Lees hier meer over paniekstoornis

Herkennen van een angststoornis 

Iedereen voelt zich wel eens angstig. Bang zijn is niet meteen een stoornis. Wanneer angst je dagelijks leven regelmatig flink verstoort dan is het wel echt een stoornis. Dus als een angst vaak terugkeert in jouw persoonlijk leven en je relaties of je werk beïnvloedt, dan moet je dit serieus nemen en naar je huisarts gaan. Dan is er bij jou misschien sprake van een angststoornis.

Kenmerken van een angststoornis

Los van de specifieke symptomen van specifieke angststoornissen hebben mensen vaak last van:

  • hoofdpijn
  • buikpijn
  • slaapproblemen
  • gebrek aan eetlust
  • concentratieproblemen
  • een bang voorgevoel
  • prikkelbaarheid
  • nervositeit
  • spanning en onrust
  • angst voor allerlei klachten
  • hoofdpijn
  • buikpijn
  • slaapproblemen
  • gebrek aan eetlust
  • concentratieproblemen
  • een bang voorgevoel
  • prikkelbaarheid
  • nervositeit
  • spanning en onrust
  • angst voor allerlei klachten

1.055.200

mensen hadden een angststoornis in 2016 volgens een bevolkingsonderzoek in Nederland.

1,5 keer

komt een angststoornis vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Een kwart

van de mensen met een angststoornis is bekend bij de huisarts.

Beluister de podcastserie Donkergrijze cellen over angsten en depressie

Donkergrijze cellen is een 6-delige podcastserie van de Hersenstichting over angsten en depressie. Annemiek Lely gaat als trotse ambassadeur van de Hersenstichting in de afleveringen in gesprek met gasten die meer kunnen vertellen over angsten en depressies. Hoe dat bijvoorbeeld voelt, of hoe de processen in je brein precies werken.

Beluister iedere donderdag een nieuwe aflevering op ons podcastkanaal Hoofdzaken, via je favoriete podcast-app!

Beluister de podcasts via Spotify, Apple Podcasts of Google podcasts.

Diagnose van een angststoornis

Als je veel last hebt van angsten is het verstandig naar je huisarts te gaan. Bespreek waar je last van hebt en kijk samen hoe je er beter mee om kan leren gaan. Een arts zal je specifieke vragen stellen naar je gedrag en naar je hele gezondheid kijken om je klachten te kunnen begrijpen.

Daarna stelt de huisarts met jou een behandelplan op en kijkt wat hij of zij zelf voor je kan doen. Klachten ontstaan vaak geleidelijk. Als je er vroeg bij bent kan de huisarts je klachten met hulp van een praktijkondersteuner of van een psycholoog al helpen.

Is het zo dat angsten je leven blijven controleren kan de huisarts je doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater. Deze psycholoog of psychiater kan bij een psychiatrische angststoornis een diagnose stellen, kijken welke behandelingen het best passen en in welke volgorde. Vaak zijn verschillende behandelingen mogelijk die elkaar ondersteunen.

Oorzaken van een angststoornis 

Angst is een normaal gevoel, dat we nodig hebben om te overleven. Bij een angststoornis is het gevoel in de war.

Gewone angst voorkomt ongelukken

Niemand kan overleven zonder angst – stel je maar eens voor dat je zonder angst door een drukke stad zou fietsen. Je zou binnen de kortste keren ergens tegenaan rijden omdat je niet oplet. Angst en onze reactie op de angst komen uit het centraal zenuwstelsel dat heel belangrijke zaken voor ons lichaam regelt, zoals honger, dorst en ademhaling. Dit gebeurt in onze hersenen.

Verwerking angstsignalen uit balans

Wat er precies misgaat bij mensen met een angststoornis, is nog niet duidelijk. Het verschilt ook een beetje per type angststoornis. Uit onderzoek blijkt in ieder geval dat het ingebouwde ‘angstcircuit’ in de hersenen niet goed werkt.

Hersengebieden sturen elkaar signalen om te remmen of aan te moedigen. In goed werkende hersenen zijn alle signalen in balans met elkaar. Je kunt goed inschatten wanneer iets gevaarlijk is, zodat je inderdaad een angstige reactie moet hebben en wanneer niet. Bij patiënten met een angststoornis zijn sommige hersengebieden te actief of te te inactief, waardoor ze uit balans zijn.

Boodschappen in je hersenen

Als je angstig bent heb je als het ware je antennes uitstaan zodat je bij dreigend gevaar direct kunt reageren. Dat komt door stoffen die boodschappen overbrengen van de ene naar de andere hersencel: boodschapperstoffen (neurotransmitters). Boodschapperstoffen als serotonine, dopamine, noradrenaline, glutamaat en gamma-aminoboterzuur (GABA) maken dat je waakzaam bent voor mogelijk gevaarlijke situaties.

Iedereen heeft een ingebouwd angstsysteem van vechten, vluchten of bevriezen: ‘Fight-Flight-Freeze’. Dit is de automatische reactie van je hersenen bij gevaar.

Door boodschapperstoffen wordt een angstimpuls van de ene hersencel naar de andere overgebracht. Het gaat met name om drie hersengebieden: de amygdala, de hippocampus en de prefrontale cortex. Deze gebieden vormen het ‘angstcircuit’ in de hersenen. In de amygdala vindt de emotionele informatieverwerking plaats. Als je gevaar of angst beleeft verwerken je hersenen de informatie daarover allereerst op die plaats. Vervolgens geeft de hippocampus er betekenis aan.

Bij veel angststoornissen lijkt de verbinding tussen de hypothalamus, de hypofyse en de bijnierschors in de war te zijn. Deze verbinding is belangrijk bij de stressreactie van ons lichaam.

Een voorbeeld van het ‘angstcircuit’: op het zebrapad

Je loopt op een zebrapad en ziet: ‘Er komt een snel rijdende auto op mij af’. Dat betekent: ‘Gevaar!’


De auto stopt en de prefrontale cortex houdt de angstreactie onder controle, dus die maakt de angst weer kleiner. De automobilist heeft voor je geremd en je hebt veilig kunnen oversteken. Geen reden meer voor de angst. Je kunt veilig oversteken.


Als je boodschapperstoffen niet goed werken kan je hierna nog steeds bang blijven, terwijl het gevaar alweer voorbij is.

Mogelijke oorzaken van een angststoornis

Voor een angststoornis is niet één oorzaak aan te wijzen. Zowel lichamelijke als sociale en psychische factoren spelen een rol.

Erfelijkheid speelt een rol. Bij de ene soort angststoornis is erfelijkheid belangrijker dan de andere. Daarom komen stoornissen in sommige families vaker voor dan in andere. De ene persoon heeft dus meer aanleg om in situaties met angst te reageren dan de ander. Ook lijden vrouwen vaker aan angststoornissen dan mannen.

Behandeling van een angststoornis

Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.

Aanpak vanuit meerdere wetenschappen

Een behandeling start meestal met cognitieve gedragstherapie als basis. Je behandelaar kijkt naar je gedrag en naar je gedachten, fantasieën, herinneringen en opvattingen (‘cognities’) en emoties. Met bepaalde oefeningen kun je het negatieve denkpatroon doorbreken, waardoor ook het gedrag dat erbij hoort zal veranderen.

Een veelgebruikte behandeling is om onder begeleiding je angsten ‘op te zoeken’. Je wordt dan in de werkelijkheid blootgesteld aan datgene wat jou angstig maakt. Als je bang bent voor bepaalde dieren neemt de therapeut je mee naar een omgeving waar die dieren zijn en leert je daar om te gaan met je angst. Daarmee verander je het gedrag waarin je situaties bent gaan vermijden.

Medicatie

Als gedragstherapie onvoldoende werkt kun je baat hebben bij medicijnen die helpen tegen angst. Bovendien kunnen ze je lichamelijke klachten en slaapproblemen voor een bepaalde periode oplossen. Bij sommige mensen werkt een combinatie van cognitieve gedragstherapie en medicatie het best, zeker als er ernstige klachten zijn.

De medicijnen tegen depressie helpen ook bij angststoornissen, vandaar dat de arts meestal antidepressiva voorschrijft bij een angststoornis. Tegenwoordig zijn artsen voorzichtig met het lange tijd voorschrijven van medicijnen en kijken ze ook of er ter ondersteuning andere behandelingen zijn die je kunnen helpen.

Mocht gedragstherapie niet werken, dan kun je bijvoorbeeld eerst beginnen met medicatie, waardoor je je al minder angstig gaat voelen. Dan kun je daarna opnieuw beginnen met gedragstherapie, waardoor je nieuwe patronen in je leven leert in te bouwen en je angstgevoelens verdwijnen. Zo kun je op een dag misschien stoppen met medicatie en je goed blijven voelen.

Andere behandelingen

Bij de posttraumatische stressstoornis bestaan ook andere behandelingen dan gedragstherapie en medicatie die effectief zijn, zoals EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). Deze behandeling zorgt ervoor dat je minder angstgevoelens hebt als je aan de nare ervaring terugdenkt.

Online behandelingen

Tegenwoordig kun je ook online een cognitieve gedragstherapie starten om van je angststoornis af te komen. Dit is als eerste stap prima aan te bevelen. Soms kun je dit ook gebruiken in de fase tussen het contact met je psycholoog of psychiater in. Terwijl je wacht op je volgende afspraak hoef je dan niet stil te zitten. Omdat angststoornissen te maken hebben met situaties in het echte leven is nog niet helemaal zeker of je er met een online behandeling alleen wel helemaal van af komt.

Mensen met redelijk lichte klachten kunnen hier zeker baat bij hebben. Voor mensen met ernstige klachten kan het een goede eerste stap zijn op weg naar de behandelaar.

Folder | Leven met een angststoornis

Angststoornissen hebben hun oorsprong in de hersenen. Iedereen is wel eens angstig. Maar als je angstig bent zonder aanleiding, of als de angst je dagelijkse leven beheerst, is er sprake van een angststoornis.Deze folder gaat…

Gevolgen van een angststoornis

Als je niets doet aan een angststoornis gaat deze vaak niet vanzelf over. De kans bestaat dat je er ook een depressie bij krijgt. Denk daarom niet te snel ‘het gaat wel weer over’.

Ook als je in behandeling bent is het verstandig deze net zo lang te ondergaan tot je alle angstreflexen of negatief gedrag maximaal uit je gedrag of denken hebt weten om te zetten naar positief gedrag en positief denken.

Tips voor mensen met een angststoornis

  • Probeer een goed beeld te krijgen van je angsten. Houd bijvoorbeeld een dagboek bij. Probeer bijvoorbeeld antwoord te geven op vragen als ‘Waar ben ik bang voor?’ ‘Hoe beïnvloeden deze angsten mijn leven?’ ‘Hoe reageert mijn lichaam op (beginnende) angst of paniek? Wat doe ik dan?’
  • Praat over je angsten met je partner of mensen die belangrijk voor je zijn. Zij zullen je beter gaan begrijpen en je voelt je minder alleen. Je schaamt je niet meer zo.
  • Probeer moeilijke situaties niet uit de weg te gaan. Door de strijd met je angst in kleine stapjes aan te gaan zul je zien dat je angst steeds iets minder kan worden.
  • Ga sporten, liefst een sport zoals zwemmen, fietsen, wandelen. Ga naar buiten: frisse lucht en zonlicht doet je goed.
  • Drink heel weinig alcohol (niet meer dan één glas per dag) en gebruik geen drugs. Het kalmerende effect en de vermindering van je angst van alcohol en drugs is namelijk maar tijdelijk. Op de lange termijn kunnen ze je angst juist versterken. XTC en cocaïne (coke) kunnen zelfs paniek en angst bij je veroorzaken.
  • Drink niet te veel dranken met cafeïne, zoals koffie of cola. Deze kunnen een (nieuwe) paniekaanval bij je veroorzaken.

Vooruitzichten met een angststoornis

Met een cognitieve gedragstherapie verbetert driekwart van de patiënten. Na het behandelen van een angststoornis zijn de meeste klachten goed te verhelpen en na de behandeling verdwenen.

Tips voor naasten, behandelaars en omgeving

Zorgen voor een ander is voor de meeste mensen vanzelfsprekend. Mantelzorg is hulp die verder gaat dan wat de overheid ‘gebruikelijke hulp’ noemt. Hieronder een paar tips.

Tips voor mantelzorgers en naasten

  • Toon begrip. Zeg niet tegen je naaste dat hij of zij rustig moet worden of dat de angst niet terecht is. Dit zal niet helpen.
  • Stimuleer je naaste om hulp te zoeken, schakel op tijd professionele hulp voor iemand in.
  • Blijf aandacht houden voor het complimenteren van succes, hoe klein ook. Dit is de beste manier om gewenst gedrag te versterken. Ook ontstaat er zo meer wederzijds vertrouwen en een prettige manier van communicatie.
  • Probeer je in je naaste te verplaatsen: verzamel zoveel mogelijk informatie, zoek online of er in jouw omgeving voorlichtingsbijeenkomsten of zelfs cursussen worden aangeboden.
  • Vraag of, en zo ja hoe je kunt helpen. Maar pas tegelijkertijd op dat de angststoornis niet ook jouw leven gaat beheersen. Bespreek hoe je sámen met de angst om kunt gaan.
  • Ga bijvoorbeeld regelmatig samen sporten, kies een sport die je allebei leuk vindt en trek de ander daarmee over de drempel.
  • Zorg goed voor jezelf. Blijf je eigen dingen doen. Je bent veelal de spil en het anker voor je naaste, dat moet je kunnen volhouden. Vraag ook anderen familie of vrienden, om mee te helpen de zorg voor je naaste te organiseren.

Risico op een angststoornis verkleinen

Hoe kun je gezond blijven en het risico op een angststoornis kleiner maken?

Tips

  1. Beweeg of sport regelmatig, denk aan wandelen, fietsen, hardlopen, zwemmen.
  2. Beoefen het sporten buiten, dan heb je ook meteen de positieve invloed van frisse lucht en het zonlicht erbij. Zo zorg je goed voor jezelf.

Deze tekst over Angststoornissen is gemaakt in samenwerking met:

  • Prof. dr. Koen R.J. Schruers, psychiater, Universiteit Maastricht en Mondriaan
  • Prof. dr. Ton J.L.M. van Balkom, psychiater, Amsterdam UMC en GGZ inGeest Amsterdam