Kenmerken van LBD

LBD heeft veel verschillende kenmerken. Niet iedereen met LBD heeft dan ook dezelfde klachten. Ook kunnen je klachten enorm verschillen, per uur en per dag.

Als je LBD hebt, dan heb je meestal last van een paar van deze kenmerken:

Diagnose LBD

Als je LBD hebt, dan merk je dat eerst aan kleine veranderingen. Zoals problemen met aandacht en het plannen van dingen. Het kan zijn dat je minder snel op je omgeving reageert of trager loopt. En dat je regelmatig slaperig of in de war bent. Met deze klachten kom je vaak eerst bij je huisarts.

Je huisarts zal je vragen stellen over je klachten. Soms is het ook nodig om je bloed en urine te onderzoeken. En om je geheugen te onderzoeken met een test: de Mini Mental State Examination (MMSE).

Als verder onderzoek nodig is krijg je een doorverwijzing naar een speciale arts in het ziekenhuis, zoals een neuroloog of klinisch geriater. Deze arts zal je vragen stellen over je klachten en je problemen met denken onderzoeken.

Dit kan gebeuren met een aantal tests en vragenlijsten. Soms is het ook nodig om een MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging), een PET-scan ((Positron Emissie Tomografie) of een SPECT-scan (Single Photon Emission Computed Tomography) te maken.

De diagnose LBD is vaak lastig te stellen. Dit komt doordat de kenmerken erg kunnen lijken op die van de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.

Oorzaken van LBD

LBD wordt veroorzaakt doordat er hoopjes eiwitten ontstaan in de zenuwcellen van je hersenen. Deze hoopjes heten Lewy-lichaampjes (Lewy bodies) en zorgen voor schade in je hersenen. Hierdoor kunnen de cellen in je hersenen niet meer goed informatie naar elkaar sturen.

LBD kan erfelijk zijn, maar is het meestal niet. Als je ouder, broer of zus deze ziekte heeft, dan hoeft het dus niet zo te zijn dat jij het ook krijgt.

Behandeling van LBD

Van LBD kun je niet genezen. Wel kan een team van speciale artsen zorgen dat je minder last hebt van klachten.

Zo kan het zijn dat je angstig bent of dingen ziet die er niet zijn. Een psychiater kan je hier medicijnen voor geven, zoals rivastigmine. Dit medicijn kan ook helpen bij problemen met aandacht.

Als je vaak valt of moeite hebt met bewegen, dan kan een fysiotherapeut je helpen om je houding steviger te maken en makkelijker te lopen. En een ergotherapeut kan je manieren leren om dagelijkse activiteiten zoveel mogelijk zelf te blijven doen.

Een psycholoog kan je beter leren omgaan met je problemen met denken.

Gevolgen van LBD

LBD kan leiden tot veel verschillende mentale en lichamelijke klachten. De klachten kunnen enorm wisselen, waardoor je je elk uur en elke dag anders kunt voelen en gedragen. De meeste mensen met LBD overlijden 5 tot 12 jaar na de diagnose.

LBD heeft allerlei gevolgen voor je dagelijks leven:

  • Iets begrijpen: in het begin heb je vooral problemen met aandacht. Hierdoor reageer je langzamer op je omgeving. Later krijg je ook moeite met onthouden en het uitvoeren van dagelijkse dingen.
  • Jezelf verplaatsen: eerst ga je trager bewegen en zijn er problemen met lopen, stijfheid en kramp in je spieren. Hierdoor kun je vaker vallen. Door problemen met weten waar je bent kun je sneller verdwalen.
  • Jezelf verzorgen: in het begin kan het bijvoorbeeld lastig zijn om wakker te blijven. Later kun je ernstige problemen met bewegen krijgen. Je kunt dan niet meer goed voor jezelf zorgen en hebt hier hulp bij nodig.
  • Omgaan met anderen: door de ziekte kan je gedrag of karakter erg veranderen. Het kan ook zijn dat je minder controle hebt over je emoties en bijvoorbeeld snel boos wordt. Hierdoor heb je misschien liever minder contact met anderen.
  • Dagelijkse activiteiten: de klachten hebben gevolgen voor alle gebieden van je leven. Het wordt dan ook steeds moeilijker om dagelijkse dingen zelf te doen. Bij ernstige klachten heb je vaak hulp van een ander nodig.
  • Meedoen aan de wereld: de ziekte heeft grote mentale gevolgen. Zo kun je dingen zien die er niet zijn. Of enge dromen hebben die net echt lijken. Dit kan je erg angstig, somber of onrustig maken.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • Prof. dr. Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie, afd. Geriatrie & Radboudumc Alzheimer centrum te Nijmegen