Kenmerken van MSA
De klachten van MSA kunnen verschillen. Sommige mensen hebben er meer last van dan anderen. De klachten ontstaan meestal bij volwassenen rond de 55 jaar. Er zijn twee soorten MSA: MSA-p en MSA-c.
Als je MSA-p hebt, dan heb je meestal last van een paar van deze kenmerken:
- je trilt en beweegt traag en schokkerig
- stijve spieren (dystonie)
- moeite met je lichaam rechtop houden
- problemen met ademhalen
- lage bloeddruk als je opstaat
- moeite met plas ophouden
- koude, paarse handen
Bij MSA-c krijg je meestal te maken met een aantal van deze klachten:
- problemen met je evenwicht
- moeite met soepel bewegen
- problemen met ademhalen
- lage bloeddruk als je opstaat
- problemen met praten
- koude, paarse handen
MSA is een parkinsonisme. Dit betekent dat de klachten van MSA kunnen lijken op de ziekte van Parkinson. Toch is MSA een andere hersenziekte met een ander verloop.
Diagnose van MSA
In het begin kan MSA zorgen voor moeite met bewegen. Maar het kan ook zijn dat je problemen krijgt met je plas ophouden. Of dat je bloeddruk soms zo laag is dat je flauwvalt als je opstaat uit bed of uit een stoel. Met deze klachten kom je vaak eerst bij de huisarts.
De huisarts kan je doorverwijzen naar een speciale arts in het ziekenhuis, een neuroloog. Deze arts kan de diagnose MSA alleen definitief vaststellen door je hersenweefsel te onderzoeken. Maar dit is niet mogelijk bij iemand die nog leeft. Daarom kan de neuroloog alleen een waarschijnlijke diagnose stellen. Hier is een lichamelijk onderzoek voor nodig.
Als de neuroloog de beschadigde cellen in je hersenen beter in beeld wil brengen, dan zal de arts een scan maken. Zoals een MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging), een PET-scan (Position Emission Tomography) of een SPECT-scan (Single Photon Emission Computed Tomography). In het begin van de ziekte laten deze scans alleen niet altijd zien dat er iets mis is in je hersenen.
Oorzaken van MSA
Wetenschappers weten nog niet precies wat MSA veroorzaakt. Er zijn aanwijzingen dat de ziekte erfelijk is, maar dit kunnen ze nog niet voldoende bewijzen.
Behandeling van MSA
Als je MSA hebt, dan kun je niet meer beter worden. Wel kan een team van speciale zorgverleners je helpen om ermee te leren leven.
Als je MSA-p hebt, kan je arts er soms voor kiezen om je te behandelen met medicijnen tegen Parkinson. Voor een te lage bloeddruk kun je medicijnen krijgen die je bloeddruk verhogen. Ook zijn er bepaalde medicijnen die kunnen helpen als je moeite hebt met je plas ophouden.
Als je problemen hebt met praten, dan kan een logopedist je daarmee helpen. En als het lastig is om te bewegen, dan kan een fysiotherapeut je leren om beter om te gaan met je handicap.
Bij problemen met slapen, zoals slaapapneu, kan een CPAP-masker zorgen dat je makkelijker blijft ademen tijdens je slaap.
Gevolgen van MSA
MSA is een ernstige ziekte die steeds meer klachten veroorzaakt. Uiteindelijk kom je eraan te overlijden. De meeste patiënten overlijden binnen 10 jaar na de diagnose.
MSA kan verschillende lichamelijke en mentale gevolgen hebben:
- Iets begrijpen: de ziekte zorgt niet voor veel problemen met denken en onthouden. Daardoor blijf je gewoon goed begrijpen wat je hoort, ziet en leest.
- Jezelf verplaatsen: je kunt stijve spieren krijgen en verschillende problemen met bewegen en je evenwicht. Hierdoor kan een rolstoel nodig zijn.
- Jezelf verzorgen: door problemen met bewegen, slikken, zien en plassen kan het steeds lastiger worden om goed voor jezelf te zorgen.
- Omgaan met anderen: de ziekte kan ernstige problemen met praten veroorzaken. Dit maakt het moeilijker om gesprekken te voeren.
- Dagelijkse activiteiten: door de verschillende klachten wordt het steeds lastiger om dagelijkse activiteiten te doen. Ook kun je moeite hebben met slapen en daardoor overdag minder energie hebben.
- Meedoen aan de wereld: omdat de klachten steeds erger worden, wordt meedoen aan de wereld een steeds grotere uitdaging.
De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:
- Dr. Bart van de Warrenburg MSA, neuroloog, Radboudumc te Nijmegen