De Hersenstichting draagt met € 299.870 bij aan onderzoek van UMC Utrecht. Het onderzoek staat onder leiding van Cora Nijboer en Manon Benders. De onderzoekers willen extreem te vroeg geboren baby’s helpen die de rest van hun leven vaak nog ernstige klachten hebben. In Nederland worden elk jaar ongeveer 700 baby’s extreem vroeg geboren.

Een leven lang klachten

Normaal duurt een zwangerschap 40 weken. Soms worden kinderen al na 24 tot 28 weken geboren. Dat is veel te vroeg, want de hersenen en andere organen zijn dan nog niet klaar.

Het goede nieuws is dat deze extreem te vroeg geboren baby’s tegenwoordig veel vaker overleven dan vroeger. Maar helaas krijgen deze kinderen op latere leeftijd vaak allerlei problemen. De klachten kunnen per persoon verschillen. Van problemen met gedrag tot moeite met nadenken en zware handicaps.

De kinderen blijven vaak hun hele leven lang last houden van hun klachten. Behandelingen om deze problemen te voorkomen zijn er nog niet.

Een druppel met de oplossing

De onderzoekers weten al veel over wat voor deze problemen zorgt: er is nog niet genoeg witte stof in de hersenen van extreem te vroeg geboren baby’s. Die witte stof zorgt ervoor dat signalen tussen zenuwcellen goed doorgegeven worden.

Te weinig witte stof zorgt voor slechte verbindingen, waardoor de hersenen minder goed werken. De cellen die de witte stof aan moeten maken werken nog niet goed bij te vroeg geboren baby’s.

In eerder onderzoek zijn al belangrijke ontdekkingen gedaan:

1. De onderzoekers kunnen in het laboratorium nadoen wat er misgaat in de hersenen van te vroeg geboren baby’s.

2. Ze hebben ook een eiwit ontdekt dat ervoor kan zorgen dat dit proces wél goed gaat.

Dat eiwit is van nature al aanwezig in ons bloed. Bij te vroeg geboren kinderen is er een tekort van dit eiwit. In dit onderzoek wordt gekeken of een behandeling met dit eiwit helpt om het aanmaken van witte stof te verbeteren. Het eiwit wordt met neusdruppels toegediend en gaat zo direct naar de hersenen.

“Extreem te vroeg geboren kinderen zijn heel erg kwetsbaar en deze nieuwe behandeling kan de uitrijping van de hersenen mogelijk ondersteunen. Winst vroeg in het leven, is winst voor heel het leven!”

Cora Nijboer en Manon Benders, onderzoekers

Waarom steunt de Hersenstichting dit onderzoek?

Te weinig witte stof zorgt voor hersenschade en levenslange handicaps. Dat is zwaar voor het kind en het gezin. Dit onderzoek werkt aan een behandeling die helpt om meer witte stof aan te maken. Dat zorgt ervoor dat kinderen minder klachten hebben en een fijner leven hebben.

Dit onderzoek draagt bij aan de doelstelling van de Hersenstichting: minder sterfte en ziektelast door hersenaandoeningen. Daarom steunt de Hersenstichting het project met € 299.870.

Meer over het onderzoek

Hoe pakken ze dit aan?

Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen.

Onderzoek met muizen
In het laboratorium krijgen muizen met hersenschade de neusdruppels met het eiwit toegediend. Daarna wordt gekeken of de schade aan de witte stof hierdoor herstelt. De onderzoekers bestuderen de hersenen onder de microscoop en kijken naar het gedrag van de muizen.

Onderzoek met extreem vroeg geboren kinderen
De onderzoekers gaan ook uitzoeken hoe het precies zit met het verband tussen het eiwit en hersenschade. Dat doen ze door:

1. Op verschillende momenten bloed af te nemen en de hoeveelheid eiwit te meten

2. Op verschillende momenten scans van de hersenen te maken

Op die manier wordt bekeken of er meer hersenschade is als er minder eiwit in het bloed zit.

Welke resultaten verwachten de onderzoekers?

De onderzoekers verwachten dat ze een verband kunnen zien tussen het eiwit in het bloed, de ontwikkeling van witte stof in de hersenen en hersenschade. Ook willen ze ontdekken welke vroeggeboren kinderen het meest geholpen zijn met de behandeling met neusdruppels.

Hoe ver is het onderzoek?

De proeven met de muizen zijn afgerond en de resultaten lijken erg goed. Muizen die de neusdruppels kregen hadden namelijk minder hersenschade. Hun geheugen verbeterde, net zoals het bewegen. Het onderzoek met de hersenscans van baby’s is bijna klaar.

Wat is de volgende stap?

Als uit het onderzoek blijkt dat de muizen beter worden na behandeling met het eiwit, willen de onderzoekers dit uiteindelijk testen bij patiënten. Daarvoor moet er misschien eerst getest worden op grotere dieren, zoals een schaap of aap.

De onderzoekers zijn begonnen om een volgend onderzoek voor te bereiden. In dat onderzoek zullen baby’s behandeld worden met het toedienen van eiwit.

Meer weten?

Op de website van het UMC Utrecht is meer informatie te vinden over dit onderzoek. Je kunt ook contact opnemen met de onderzoekers:

Manon Benders: M.Benders@umcutrecht.nl

Cora Nijboer: C.Nijboer@umcutrecht.nl