‘Hardlopers zijn doodlopers’, luidt een spreekwoord. Dit betekent dat je niet te hard van stapel moet lopen. Sinds enige tijd loop ik niet meer hard, laat staan van stapel.

In mijn vorige leven was ik een fervent hardloopster, die zich regelmatig uitsloofde voor opzichtige medailles of andere prullaria. Weemoedig denk ik terug aan die tijd en besluit op zolder de zak memorabilia op te snorren. Het aardewerken bord brengt een glimlach op mijn gezicht. Een aandenken aan de halve marathon van Terschelling, waarbij ik naast het bord ook een t-shirt kreeg, omdat ik de race bij de dames had gewonnen. Voor de volledigheid, ik was de enige deelneemster. Bij de aanblik van drie doosjes slaan mijn gedachten op hol. Zou het ooit? Moeizaam kom ik met krakende knieën overeind en sjok naar beneden.

Tijdens het doorlopen van de koffie open ik Twitter en lees dat mijn favoriete loop een nieuwe naam heeft als gevolg van een fusie. Mijn loophart begint sneller te kloppen wanneer ik zie dat een groep ex-patiënten van de intensive care mee doet aan de vijf kilometer. Het goede doel dit jaar is het Post Intensive Care Syndroom (PICS). Een onbekend syndroom betreffende de langetermijngevolgen van een intensive care opname. Zelf ben ik redelijk zonder kleerscheuren – op een doormidden geknipt nieuw zijden hemdje na – door deze bloedstollende periode heen gekomen. Ik bel met de organisatie waar een antwoordapparaat mijn vraag opneemt.

Op 26 mei meld ik mij bij de organisatie in de ruimte van de voormalige eerste hulp. Nu eens zonder hyperventilatie. De ontvangst is hartelijk. Een fluoriserend shirt en een startnummer maken mijn outfit compleet. Voordat het startschot klinkt is er enige tijd te overbruggen, daarom vraag ik gekscherend of er een bed beschikbaar is. Acuut brengt iemand mij naar de oefenruimte van de revalidatie, weg van de warming-up met muziek. Tussen de oefenapparaten en andere martelwerktuigen overdenk ik de lange weg hiernaar toe. Na een kwartier komt mijn loopmaatje mij halen. Het is een enthousiaste verpleegkundige van de IC. Het is tijd voor het welkomstwoord en de groepsfoto. Ze vraagt of ik alle kilometers zelf ga lopen. “Dat is wel mijn intentie” antwoord ik. “Al is mijn benenwagen een piepende oldtimer die meer weg heeft van een wandelwagen”. “Geen enkel probleem”, zegt ze.

Tijdens het rondje Bijlmer wisselen we wat levenservaringen uit. Het tempo zit er aardig in. De laatste halve kilometer gaat het parcours onder andere door de centrale hal van de fixfabriek. Ik ga in de hoogste versnelling alsof de dood mij op de hielen zit. In gedachten zie ik mijzelf terug op die avond zeven en half jaar geleden. Vastgeketend aan een rollende infuuspaal en voortgeduwd in een rolstoel vanwege mijn verlamde rechterkant. Op weg naar bezoekers waarmee ik door mijn afasie nauwelijks kan babbelen. Weer uit het zicht van het publiek wandel ik verder totdat de finish in zicht is. Bij het horen van mijn naam zet ik de sprint in, steek mijn armen in de lucht en laat mij een medaille omhangen.

Na afloop van het evenement begeleidt één van de organisatoren mij en mijn supporter op dezelfde plek naar buiten waar ik diverse keren met de gele bus naar binnen ben gebracht. Deze overwinning smaakt zoet.

Elisheva


Lees hier de vorige blog van Elisheva

Elisheva heeft in 2011 niet-aangeboren-hersenletsel opgelopen als gevolg van een Sinustrombose met hersenbloeding. Ze wil met haar blogs graag andere mensen hebben met het verwerken van een vergelijkbare traumatische gebeurtenis. Columns van andere mensen hebben haar namelijk ook geholpen!