Buiten is het donker en stormachtig. Gerommel en geflits wisselen elkaar af. Zo te horen loopt de donder in. Ik bouw een Jenga toren in het weiland voor mijn huis. Met mijn confettikanon in de aanslag, wacht ik op veilige afstand tot het licht zich een weg naar te toren baant. De tijd bevriest en ik klim via de bliksem omhoog. Ik cloudsurf over de wolken op zoek naar de wolk met mijn naam erop. Lang hoef ik niet te zoeken. Hij is veel groter en grijzer dan de rest. Een echte donderwolk.

Mijn hartslag trekt een sprintje. Herinneringen die ongevraagd op mijn netvlies verschijnen knipper ik weg. Met gebalde vuisten stort ik mij op zijn buik. Ik begin hem krachtig uit te wringen, zoals je dat ook bij een washandje doet. Pas als ik de blaren op mijn handen voel, en van de wolk nog amper wat over is, verzwak ik mijn grip. Als een ballon trek ik het restje wit om mijn confetti kanon heen. Ik knal en ik knal en ik knal nog harder totdat de wolk weer groot en bol staat. Tevreden zie ik het aan. Ik knipper nog één keer stevig, alsof ik er zo een mentale polaroid van kan maken. Ik vis een nietmachine uit mijn zak en klik een paar naburige wolken aan elkaar. Met in elke hand een wolk-uiteinde zweef ik met mijn zelfgemaakte parachute geleidelijk omlaag. Elegant strijk ik neer op het dakterras van mijn flat. In de verte zie ik de toekomst.

De toekomst

Ik zie een jonge vrouw met cowboy laarsjes aan, zelfgemaakte armbandjes en een likje eyeliner. Ze heeft net haar laatste bachelor tentamen gehaald en is klaar om aan haar grote reis door Afrika te beginnen. Het zonnetje schijnt. Om haar heen vormen zich kleurtjes. Ze steekt haar tong uit. ‘Hmm.. confetti.’


Lees hier de vorige blog van Barbara

Barbara kreeg op haar 18e een hersenbloeding. Mogelijk nog één 6 weken daarna. Zij wil met haar blogs graag vertellen hoe het met haar gaat, wat een nasleep van zo’n trauma met je doet, wat voor bijzondere momenten het oplevert, wat je ervan leert, hoe ongelofelijk zwaar het kan zijn maar oók wat het je kan brengen.