Betere zorg voor kinderen en jongvolwassenen met NAH
12 februari, 2024
Dinsdag 14 januari 2020
Mijn tweede fantasierijke meesterwerk was een schilderij van het revalidatiecentrum met het mooie parkje aan de overkant, het water met het bruggetje, vogels in de lucht en kleurrijke mensen achter de ramen. Dat zijn wij: de revalidanten, die elke dag met een groot doorzettingsvermogen hard werken aan het inkleuren van hun nieuwe toekomst!
Ik heb niet meer de coördinatie die ik voor de operatie en de val van mijn fiets had. Ook heb ik een beperkter zicht. De handicaps van de revalidanten met NAH lopen nogal uiteen. Hier ben ik één van de besten op de groep, maar in mijn eigen omgeving ben ik de slechtste.
In het atelier voel ik me thuis. Op maandag schil ik appels om een taart te bakken voor bij de koffie en thee in de grote eetzaal. Omdat ik het fijn vind om elke stap vooruit te kunnen vieren. Dit was het moment dat ik weer zelf in de keuken mocht om te koken (van een simpel eitje tot een lekkere macaronischotel of een zoete taart). De eerste keer dat ik kookte was een ramp. Ik schatte de porties verkeerd in en had voor drie dagen gekookt. De tweede keer was het precies op maat.
Het is niet altijd makkelijk. Tijdens de creatieve activiteiten vind ik afleiding. Op dinsdag en woensdag schilder en teken ik, op donderdag doe ik aan keramiek en op vrijdag probeer ik eenvoudige prints te maken met sjablonen, stempels en aardappels. Dat worden posters voor de activiteiten in het revalidatiecentrum: het samen kijken naar het EK voetbal, een wandeling door het park of een ontspannen spelletjesmiddag. Mijn mede-revalidanten zijn enthousiast en door de posters is bijna iedereen van de afdeling bij de ontspanningsactiviteiten. Hierdoor voel ik me sterker worden: Ik heb pech gehad, maar ik probeer er het beste van te maken. Anders is het saai, dan blijf je maar op je kamer. Als dingen niet meer gaan zoals voor mijn NAH, ik niet proef wat ik eet of ik voor de zoveelste keer iets laat vallen, is dat nog steeds lastig. De fijne coördinatie heb ik niet meer.
Ik vind het niet vervelend om om hulp te vragen, als ik maar niet betutteld word. Ik hou ervan als mensen duidelijk zijn en to the point. Ik wil gewoon mijn eigen ding doen.
Helemaal beter word ik nooit. Maar ik wil blijven genieten van het leven. Door dingen te doen waar ik blij van word. Zoals het zwemmen van de kilometer prestatietocht afgelopen zomer tijdens de open water wedstrijd in de haven van Breda. Deze wedstrijd was georganiseerd door de vereniging waar ik 20 jaar lid van ben geweest en waar ik actief was als master-en open waterzwemmer en de drijvende kracht achter het dameswaterpolo. Ik had sinds de val van mijn fiets in oktober 2011 geen slag meer gezwommen en het was al een hele overwinning om het water in te gaan.
De temperatuur van het water was 18 graden, wat ik altijd lekker vond. Nu vond ik het echt koud, zeker omdat ik niet meer door kon zwemmen met borstcrawl (te gevaarlijk door de paaltjes en bootjes waar ik tegenaan kon zwemmen). Het was mijn langzaamste kilometer die ik ooit gezwommen heb, maar voor mij was het halen van de finishlijn een Olympische topprestatie. Wie weet pak ik het zwemmen nog een keer op, bij de vereniging voor atleten met een bijzondere handicap. Daar hoef je niks uit te leggen en doe je alles in je eigen tempo.
Er was ook een estafetterace in de haven, waar de prijs een heerlijke taart was. Ik zag meteen weer een doel voor ogen: een gesponsorde estafetterace met veel zwemmers die het koude water trotseren omdat ze de Hersenstichting een warm hart toedragen!
Als ik de energie ervoor heb, ga ik me daar deze zomer voor inzetten.
Maar binnenkort ga ik eerst een paar baantjes trekken in het warme binnenbad, samen met mijn kleine nichtje die net haar diploma heeft. Daarna wacht onze beloning: warme chocomel, die ik altijd zo lekker vond na een open water wedstrijd. Kleine doelen stellen en niet te ver vooruit plannen. Door het beste ervan te maken, geef ik mijn toekomst met NAH alle kleuren van de regenboog!