Ik lig op de bank, hevig te worstelen met mezelf. Heb ik een idee of een plan, dan kan dat niet. Of corona zit me dwars, de maatregelen of ‘Jimmy’ of ikzelf. Hoe dan ook, de kwaal van Kees heeft inmiddels een naam gekregen; ‘Jimmy’ want hij speelt een dominante rol in onze huishouding. Vijf weken lang moest ik enorm vroeg mijn bed uit om naar Amsterdam te gaan. Inmiddels heeft ‘Jimmy’ zowel Kees als onze huishouding verlaten, maar de spanning van de afgelopen maanden giert ook nog door mijn lijf. Het huishouden valt nu geheel onder mijn verantwoordelijkheid en daar word ik ook niet blij van. Mijn familie vindt het soms wel lollig.

Lachen en gieren

Afgelopen zondag kwam Nica met haar man en polletje lunchen. “Wat heb je het goed voor elkaar mam!” “Hoezo dat?”, vraag ik gedachteloos en dan komt-ie hoor. “Jij en boodschappen mam hahaha er mist altijd wel wat” en oh oh wat kunnen we lollig doen met elkaar. “Ja” giert Nica het uit, “als je bood…….. zegt, is mam al afgehaakt.” “Wat dacht je van dat korte lontje” vult Kees aan. “Soms is het zo kort dat ik het niet eens aan kan steken.” En dan komt Polletje ook nog even uit de hoek: “oma doet en dan denkt oma.” Nou, in ieder geval is de sfeer goed bedenk ik me dan en dat op de maandag. Op maandag is er nog steeds Corona en nu vliegt het me aan. “We zijn al een jaar niet weggeweest hoor”, geef ik aan. “Ik word gek van die structuur en ik zit in een sleur.”

Blokje om

Goed, we gaan dan even met de auto een blokje om. Heerlijk door de natuur rijden en genieten van de dieren die nog op het land lopen en vliegen. Ahh heerlijk, bewegend beeld, ik voel me al rustiger worden. We komen een vreemde supermarkt tegen en ik geef aan, “zullen we daar boodschappen doen? Ik ga vanavond eens lekker koken. Wat dacht je van de Franse keuken?” En hop ik sla alweer op hol. “Trekken we onze korte broek aan, fles rode wijn erbij” en zo fantaseer ik er lustig op los. “Een tros knoflook erbij en kip natuurlijk.”

En dan komt er een medewerkster op mij af en vraagt: “Bent u hier samen?” Kees geeft gauw antwoord voordat er iets lolligs uit mijn mond rolt. “Dan moet u met twee karretjes boodschappen doen.” De vrouw heeft gelijk en Kees knikt met een blik: “Pip niet nu, mond dicht.” Na de derde medewerker met dezelfde opmerking loopt Kees naar de ingang en pakt een mandje. “Ik ben er alweer klaar mee. Pak maar een zak zuurkool Kees, ik ben mijn inspiratie kwijt.” Kees zegt heel lollig dat hij aan Nica door zal geven dat het lontje al wat langer wordt. Dat zou ik nog kunnen hebben hoor, maar die blik erbij, eigenlijk moet ik dan ook wel weer lachen.


Zie hier de vorige blog van Pip