Wat zijn problemen met uitvoerende functies?
In het dagelijks leven maak je automatisch allerlei keuzes. Bijvoorbeeld als je een boodschap doet. Je maakt een lijstje en gaat ermee naar de winkel. Zodra je bent thuisgekomen ruim je de boodschappen op. Je legt de kaas in de ijskast en het brood in de broodtrommel. Veel van deze keuzes die meestal helemaal niet opvallen maak je met uitvoerende functies in je hersenen.
Mensen met een hersenaandoening hebben problemen met deze uitvoerende functies. Ze hebben bijvoorbeeld problemen met planning en zelfbeheersing. Daardoor verlopen dagelijkse activiteiten niet meer automatisch, maar haperend.
Koken is zo’n dagelijkse activiteit. We staan er meestal niet bij stil, maar tijdens het koken maken we heel veel keuzes. Eerst kijk je bijvoorbeeld wat je in huis hebt. Je kies een soort maaltijd. Je maakt een planning van de tijd wanneer het op tafel moet staan. Daarna kies je een volgorde van wat je gaat koken of bakken. Misschien houd je rekening met de voorkeur van je huisgenoten. Daarna moet je bewaken dat de pannen de juiste temperatuur krijgen. Je moet het vuur op tijd uitzetten. Je kunt niet zomaar weglopen om naar de toilet te gaan.
Al deze stappen bij het koken zet je met uitvoerende functies. Als je daarmee een probleem hebt, is koken helemaal niet vanzelfsprekend, maar een enorm moeilijk: een uitdaging.
Kenmerken
Uitvoerende functies die niet meer goed werken geven problemen als:
- je hebt moeite met overzicht houden (bijvoorbeeld tijdens het koken)
- je zegt en doet dingen zonder erbij na te denken, ook als dat je omgeving kwetst
- je hebt moeite met plannen en organiseren: bijvoorbeeld bedenken wat je nodig hebt voor een recept, wanneer je met bepaalde taken moet beginnen en dergelijke
- je hebt moeite de eerste stap te zetten, bijvoorbeeld om iets af te spreken
- je hebt heel veel moeite met veranderingen
- je blijft herhalen, je doet steeds hetzelfde (bijvoorbeeld steeds tellen, zingen, tikken)
- je hebt moeite met anderen om te gaan
- je hebt moeite met overzicht houden (bijvoorbeeld tijdens het koken)
- je zegt en doet dingen zonder erbij na te denken, ook als dat je omgeving kwetst
- je hebt moeite met plannen en organiseren: bijvoorbeeld bedenken wat je nodig hebt voor een recept, wanneer je met bepaalde taken moet beginnen en dergelijke
- je hebt moeite de eerste stap te zetten, bijvoorbeeld om iets af te spreken
- je hebt heel veel moeite met veranderingen
- je blijft herhalen, je doet steeds hetzelfde (bijvoorbeeld steeds tellen, zingen, tikken)
- je hebt moeite met anderen om te gaan
Impact van problemen met uitvoerende functies
-
Iets begrijpen
Je hebt misschien moeite om veranderingen te begrijpen, maar er is niets veranderd aan hoe slim je bent.
-
Jezelf verplaatsen
Juist in het verkeer gebruik je erg vaak uitvoerende functies. Tijdens een gewone autorit of fietstocht maak je heel veel keuzes. Je moet het overzicht bewaren, je kunt niet zomaar overal op reageren, je moet rekening houden met andere mensen in het verkeer en dus harder of zachter rijden, je moet kunnen plannen waar je heen gaat en hoe je daar het beste komt. Problemen met uitvoerende functies maken het daarom moeilijk om mee te doen in het verkeer.
-
Jezelf verzorgen
Als je jezelf verzorgt gebruik je erg veel uitvoerende functies. Je maakt in deze dagelijkse activiteiten voortdurend allerlei keuzes. Wat moet je precies doen om je aan te kleden? Wat doe je precies in welke volgorde? Problemen met uitvoerende functies kunnen het erg moeilijk maken om jezelf te verzorgen.
-
Omgaan met anderen
Juist in het contact met anderen zijn uitvoerende functies belangrijk. Je kunt minder makkelijk een gesprek hebben met iemand. Je hebt moeite met verrassingen en kunt je moeilijk aanpassen.
Als je zonder nadenken iets doet of geen zelfbeheersing meer hebt zullen anderen moeite hebben met jouw gedrag. Omdat organiseren moeilijk kan zijn zul je niet snel een verjaardagsfeest geven, maar misschien ook niet snel een feestje bezoeken.
-
Dagelijkse activiteiten
Juist in dagelijkse activiteiten maak je voortdurend gebruik van de keuzes die je gewend bent in je werk, studie of andere activiteiten. Je krijgt niet alles meer voor elkaar zoals vroeger. Dat merk jij en je omgeving kan het ook merken. Dat kan het lastig maken om te werken, of naar school te gaan.
-
Meedoen aan de wereld
De optelsom van alle problemen met uitvoerende functies maakt meedoen met de dagelijkse dingen van de wereld erg moeilijk. Dit kan je daarom ernstig beperken bij het meedoen aan de wereld.
Je hebt misschien moeite om veranderingen te begrijpen, maar er is niets veranderd aan hoe slim je bent.
Juist in het verkeer gebruik je erg vaak uitvoerende functies. Tijdens een gewone autorit of fietstocht maak je heel veel keuzes. Je moet het overzicht bewaren, je kunt niet zomaar overal op reageren, je moet rekening houden met andere mensen in het verkeer en dus harder of zachter rijden, je moet kunnen plannen waar je heen gaat en hoe je daar het beste komt. Problemen met uitvoerende functies maken het daarom moeilijk om mee te doen in het verkeer.
Als je jezelf verzorgt gebruik je erg veel uitvoerende functies. Je maakt in deze dagelijkse activiteiten voortdurend allerlei keuzes. Wat moet je precies doen om je aan te kleden? Wat doe je precies in welke volgorde? Problemen met uitvoerende functies kunnen het erg moeilijk maken om jezelf te verzorgen.
Juist in het contact met anderen zijn uitvoerende functies belangrijk. Je kunt minder makkelijk een gesprek hebben met iemand. Je hebt moeite met verrassingen en kunt je moeilijk aanpassen.
Als je zonder nadenken iets doet of geen zelfbeheersing meer hebt zullen anderen moeite hebben met jouw gedrag. Omdat organiseren moeilijk kan zijn zul je niet snel een verjaardagsfeest geven, maar misschien ook niet snel een feestje bezoeken.
Juist in dagelijkse activiteiten maak je voortdurend gebruik van de keuzes die je gewend bent in je werk, studie of andere activiteiten. Je krijgt niet alles meer voor elkaar zoals vroeger. Dat merk jij en je omgeving kan het ook merken. Dat kan het lastig maken om te werken, of naar school te gaan.
De optelsom van alle problemen met uitvoerende functies maakt meedoen met de dagelijkse dingen van de wereld erg moeilijk. Dit kan je daarom ernstig beperken bij het meedoen aan de wereld.
Oorzaak in de hersenen
Vaak worden problemen met uitvoerende functies veroorzaakt door een aandoening in het voorste deel van de hersenen, de voorhoofdskwab (frontale kwab). Schade aan dit deel van de hersenen kan onder ander leiden tot problemen met de uitvoerende functies.
Aandoeningen die leiden tot problemen met uitvoerende functies
Problemen met uitvoerende functies spelen een rol bij verschillende hersenaandoeningen. Bij sommige hersenaandoening zijn de problemen blijvend, bij andere kunnen ze ook weer over gaan. Een paar voorbeelden zijn:
- Na een klap tegen je voorhoofd of slaap, de ‘frontotemporale gebieden’ in je hersenen, kun je veel last krijgen. Bijvoorbeeld om grenzen aan te voelen in je gedrag. Je kunt ‘ongeremd’ reageren voor je omgeving, die dat ongepast kan vinden. Ook oriënteren is moeilijk, of het plannen in kleine stapjes kan moeilijk gaan, net als veranderingen.
- Na een beroerte, dan kunnen de problemen tijdelijk zijn.
- Door de ziekte van Parkinson.
- Mensen met MS, zij krijgen deze klachten vrij snel.
- Mensen met dementie. Zij hebben naast de problemen met uitvoerende functies vooral ook moeite met aanwijzingen krijgen, kunnen een opdracht of activiteit niet afmaken, zinnen niet afmaken of de draad van het gesprek kwijtraken. Ze kunnen middenin een gesprek weglopen. Aan de andere kant kunnen ze een heel sterke aandacht krijgen voor één idee of gebeurtenis (‘fixatie’), afwezig zijn en lange tijd in het luchtledige kijken.
- Bij frontotemporale dementie krijg je in het bijzonder last van verandering in je gedrag. Je kunt ongeremd worden, moeite hebben om makkelijk te spreken en te plannen. Ook in de ziekte ALS spelen deze problemen met gedrag een rol.
- Mensen met Chronische Traumatische Encefalopathie (CTE), de aandoening die in verband is gebracht met boksen, voetbal en andere sporten waarbij mensen regelmatig met hun hoofd botsen.
- Mensen met een hersentumor.
- Mensen met dyslexie en dyscalculie kunnen vastlopen in uitvoerende functies, omdat lezen en rekenen vaak nodig zijn bij dagelijkse activiteiten.
- Mensen met ADHD hebben regelmatig problemen met planning, zelfbeheersing en andere uitvoerende functies.
- Mensen met een autismespectrumstoornis kunnen problemen krijgen in het omgaan met anderen, het omgaan met verandering of andere uitvoerende functies.
- Mensen met schizofrenie.
Tips voor mensen met problemen met uitvoerende functies
Problemen met uitvoerende functies verdwijnen niet zomaar door oefening of training. Vaak kun je wel je situatie verbeteren door te oefenen. Een paar tips.
- Maak een planning voor je activiteiten op een dag.
- Vraag anders hulp bij het maken van een planning.
- Geef je grenzen aan. Vertel aan anderen wanneer een gesprek te snel gaat of dat je even afgeleid was.
- Ken jezelf. Maak een planning van wat je gaat doen. Zoek uit wanneer je de meeste energie hebt. Plan je belangrijke dingen op die momenten.
- Werk één voor één. Teveel informatie en opdrachten zorgt voor verwarring en stress. Het maakt je problemen groter.
- Neem je tijd. Je hebt gewoon meer tijd nodig: gebruik die tijd ook. Voldoende tijd zorgt ervoor dat je iets ook echt kunt afwerken. Dat geeft een goed gevoel.
Tips voor naasten van mensen met problemen met uitvoerende functies
- Help je naaste met het maken van een planning voor de dag. Plan de belangrijke dingen op de momenten dat je naaste de meeste energie heeft.
- Plan samen voldoende tijd voor dingen, zodat er genoeg tijd is om de dingen te doen op de manier die werkt.
- Stimuleer je naaste om dingen één voor één te doen. Teveel tegelijk doen zorgt voor stress en kan de problemen erger maken.
- Benadruk wat er goed gaat, hoe klein het succes ook is. Zo ontstaat er meer vertrouwen.
- Bedenk dat het geen onwil is als er eens iets mis gaat.
Behandelen van problemen met uitvoerende functies
Allerlei gewone keuzes die je gewend bent te maken in het dagelijks leven: het zijn de uitvoerende functies in je hersenen die het mogelijk maken.
Na een hersenaandoening, ongeluk of vanuit huis
In het begin, bijvoorbeeld bij een beroerte of hersenschade na een ongeluk, heb je vaak contact met de neuroloog. Deze test bijvoorbeeld je reflexen.
Daarna kan een revalidatie-arts of assistent aan je bed komen om meer uitvoerende functies te testen en om de keuze te maken van de verdere behandeling.
Mocht je juist vanuit huis problemen krijgen kan je via de huisarts doorverwezen worden naar een revalidatiecentrum, fysiotherapeut of ergotherapeut.
Oefenen in kleine stapjes
Vaak kun je wel je situatie iets verbeteren door te oefenen. Dat gaat meestal in kleine stapjes. Door ermee te oefenen kun je telkens een klein beetje beter worden. Of helpen dat uitvoerende functies minder snel achteruitgaan.
Je oefent op het probleem, waarbij je jezelf telkens een klein beetje beter maakt. Bij oefeningen gaat het ook om de uitdaging. Dat zijn oefeningen die wél uitdagend zijn, maar niet onmogelijk.
Deze tekst over problemen met uitvoerende functies is gemaakt in samenwerking met:
- dr. Tanja Nijboer, neuropsycholoog, Universiteit Utrecht en Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht