Kenmerken van asfyxie
De kenmerken van asfyxie hangen af van hoe lang het kindje te weinig zuurstof krijgt en hoe ernstig het zuurstofgebrek is. Het kindje kan last hebben van allerlei verschillende klachten:
- de spieren zijn erg gespannen of juist heel weinig
- verhoogde of juist afwezige reflexen
- erg wakker of juist erg stil zijn
- problemen met ademhalen
- problemen met plassen
- problemen met slapen
- problemen met eten
Er is verschil tussen milde, matige en ernstige asfyxie.
Milde asfyxie: de baby is erg prikkelbaar en extreem oplettend. De spieren zijn gespannen en de reflexen verhoogd. Dit herstelt meestal binnen 24 uur.
Matige asfyxie: de spieren van het kindje zijn heel slap en er zijn nauwelijks reflexen of reacties. Kinderen kunnen hiervan herstellen, maar de klachten kunnen ook blijvend zijn.
Ernstige asfyxie: het kindje reageert helemaal niet en is in coma. Er is vaak blijvende schade aan de hersenen en andere belangrijke organen. Daardoor herstelt het kindje meestal niet.
Diagnose van asfyxie
De diagnose asfyxie kan meestal pas na de geboorte worden gesteld. Wel zijn er soms voor de geboorte waarschuwingen dat de baby een verhoogde kans op asfyxie heeft. Bijvoorbeeld bij het maken van een CTG (cardiotocogram), waarmee de hartslag van een ongeboren baby wordt gemeten.
Bij een bevalling wordt steeds gekeken of alles goed gaat met het kindje. De verloskundige heeft een lijst om alles te controleren en geeft cijfers op verschillende onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan de ademhaling, het reageren op prikkels en de kleur van de huid.
Deze lijst heet de Apgar-score en wordt meestal drie keer ingevuld: 1 minuut na de geboorte, na 5 minuten en na 10 minuten. De score loopt van 0 (slecht) tot 10 (goed). Als het kindje 5 minuten na de geboorte een 5 of lager scoort, is er sprake van asfyxie. Omdat dit nog snel kan bijtrekken wordt de ernst van de asfyxie pas in de uren na de geboorte vastgesteld.
Daarnaast zijn er andere scorelijsten waarmee de arts kan bepalen hoe ernstig de asfyxie is. Er kan verder onderzoek nodig zijn om te kijken of er schade aan andere organen is. Dit kan bijvoorbeeld met bloedonderzoek en verschillende technieken om de hersenen en organen te bekijken. Voorbeelden van gebruikte technieken zijn MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging), een echo en een hersenfilmpje.
Oorzaken van asfyxie
Er zijn verschillende oorzaken die tot asfyxie kunnen leiden. Voorbeelden hiervan zijn:
- de placenta is te klein, is slecht doorbloed of laat los
- een infectie bij de baby of de moeder
- een te lage bloeddruk bij de moeder
- de baby wordt te vroeg geboren
- de navelstreng raakt bekneld
Roken, alcohol drinken en drugs gebruiken tijdens de zwangerschap kunnen de kans op asfyxie vergroten.
Behandeling van asfyxie
Wanneer een baby asfyxie heeft, moet er razendsnel gehandeld worden. De eerste behandeling is dan ook bedoeld om het kindje in leven te houden. Het kindje wordt dan beademd of gereanimeerd en kan soms nog dagen of weken beademing nodig hebben.
Baby’s met asfyxie kunnen ook last hebben van een te lage bloeddruk. Er zijn dan medicijnen nodig om de bloeddruk weer te herstellen.
Daarnaast is er een behandeling die helpt om verdere schade aan de hersenen te voorkomen. Bij deze koelingstherapie wordt de lichaamstemperatuur een paar graden verlaagd. Het is belangrijk dat deze behandeling binnen 6 uur na de geboorte start. De behandeling duurt 3 dagen, waarna de baby weer langzaam wordt opgewarmd.
Gevolgen van asfyxie
De gevolgen van asfyxie kunnen per persoon erg verschillen. Sommige kinderen houden zelfs helemaal geen klachten over van de asfyxie. Over het algemeen geldt: hoe ernstiger de asfyxie, hoe groter de kans op gevolgen. Deze gevolgen zijn lastig te voorspellen en kunnen niet zo erg tot zeer ernstig zijn.
Gevolgen worden vaak pas vanaf het tweede levensjaar merkbaar en kunnen te maken hebben met:
- Iets begrijpen: Kinderen kunnen moeite hebben om mee te komen op de basisschool. Er zijn vooral problemen met het leren van lezen, schrijven en rekenen.
- Jezelf verplaatsen: Kinderen kunnen als gevolg van asfyxie een rolstoel nodig hebben en last krijgen van spasmen.
- Jezelf verzorgen: Kinderen met asfyxie kunnen problemen krijgen met bewegen en concentreren. Dat kan het lastig maken om voor jezelf te zorgen.
- Omgaan met anderen: Kinderen kunnen soms minder goed leren en praten. Dat maakt het lastiger om goed aan te sluiten bij leeftijdsgenoten.
- Dagelijkse activiteiten: Kinderen met asfyxie hebben soms moeite met concentreren en het geheugen. Dat kan dagelijkse activiteiten moeilijker maken.
- Meedoen aan de wereld: Ook het meedoen aan de wereld kan lastiger zijn door problemen met denken en bewegen. Wetenschappers denken ook dat er een verhoogde kans op autisme is, maar dat is nog niet bewezen.
De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:
- Kim Annink PhD, Arts-assistent kindergeneeskunde en onderzoeker neonatologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht