Varianten
Er bestaan vele varianten van lissencefalie, zoals:
- Miller-Dieker syndroom
- Double cortex syndroom
- Baraitser-Winter syndroom
- X-LAG Lissencefalie
- Microcefalie
Oorzaak Lissencefalie
Lissencefalie ontstaat tijdens de aanleg van de hersenen. De hersenopbouw is verstoord door mutaties in het erfelijk materiaal dat betrokken is bij celmigratie. Om de verschillende soorten lissencefalie te begrijpen, lees je hier meer over hersenontwikkelingsstoornissen.
-
Verstoorde hersenontwikkeling
De hersenontwikkeling kan op verschillende manieren verstoord raken. Bij lissencefalie uit zich dit onder andere in een geheel of gedeeltelijk verstoord patroon van groeven (sulci) en windingen (gyri) aan de buitenkant van de hersenen. In extreme gevallen zijn deze geheel afwezig; dit wordt ook wel smooth brain disease genoemd vanwege de gladde hersenschors. In deze extreme gevallen is vaak de hele hersenomvang te klein door onvoldoende neurogenese (micro-lissencefalie).
-
Genmutaties
Alle typen lissencefalie worden veroorzaakt door mutaties in het erfelijke materiaal. Vaak, maar niet altijd, zijn dit spontane mutaties die niet geërfd zijn van een ouder en hebben deze mutaties betrekking op genen die zijn betrokken bij neurogenese tijdens de ontwikkeling. Mutaties in de genen LIS1, TUBA1A, ARX en DCX zijn hiervan het meest bekend en vaak voorkomend.
-
Geslacht
Als er een mutatie zit in het DCX-gen, is het geslacht van de patiënt van belang voor de uiting van de aandoening. Mannen met een DCX-mutatie ontwikkelen klassieke lissencefalie, terwijl vrouwen vaker het wat mildere Double cortex syndroom ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor mutaties in het ARX-gen, die vaak bij mannen een lissencefalie met een onderontwikkeling van de geslachtorganen veroorzaken, terwijl bij vrouwen er mildere of geen symptomen zijn. Bij mutaties in het LIS1-gen en het TUBA1A-gen zijn dergelijke geslachtsverschillen niet aanwezig.
Verstoorde hersenontwikkeling
De hersenontwikkeling kan op verschillende manieren verstoord raken. Bij lissencefalie uit zich dit onder andere in een geheel of gedeeltelijk verstoord patroon van groeven (sulci) en windingen (gyri) aan de buitenkant van de hersenen. In extreme gevallen zijn deze geheel afwezig; dit wordt ook wel smooth brain disease genoemd vanwege de gladde hersenschors. In deze extreme gevallen is vaak de hele hersenomvang te klein door onvoldoende neurogenese (micro-lissencefalie).
Genmutaties
Alle typen lissencefalie worden veroorzaakt door mutaties in het erfelijke materiaal. Vaak, maar niet altijd, zijn dit spontane mutaties die niet geërfd zijn van een ouder en hebben deze mutaties betrekking op genen die zijn betrokken bij neurogenese tijdens de ontwikkeling. Mutaties in de genen LIS1, TUBA1A, ARX en DCX zijn hiervan het meest bekend en vaak voorkomend.
Geslacht
Als er een mutatie zit in het DCX-gen, is het geslacht van de patiënt van belang voor de uiting van de aandoening. Mannen met een DCX-mutatie ontwikkelen klassieke lissencefalie, terwijl vrouwen vaker het wat mildere Double cortex syndroom ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor mutaties in het ARX-gen, die vaak bij mannen een lissencefalie met een onderontwikkeling van de geslachtorganen veroorzaken, terwijl bij vrouwen er mildere of geen symptomen zijn. Bij mutaties in het LIS1-gen en het TUBA1A-gen zijn dergelijke geslachtsverschillen niet aanwezig.
Symptomen Lissencefalie
Er is een grote variatie aan symptomen die in meer of mindere mate voorkomen bij patiënten met lissencefalie. In de ernstige gevallen kunnen de eerste symptomen zich al in het eerste levensjaar openbaren, terwijl bij milde vormen het syndroom pas op volwassen leeftijd aan het licht komt.
Epilepsie komt voor bij een groot deel van de kinderen met lissencefalie. Wanneer dit zich ontwikkelt in een ernstige vorm van epilepsie, is er sprake van het syndroom van West of het syndroom van Lennox-Gastaut.
Kenmerkend voor kinderen met lissencefalie is ook de tragere ontwikkeling. Zowel cognitief als motorisch ontwikkelen deze kinderen zich langzamer. Daarnaast zijn ook een lage spierspanning en spasticiteit kenmerkend voor lissencefalie.
Ook gedragsproblemen kunnen een uiting zijn van lissencefalie, zoals kenmerken van autisme, verminderde concentratie, druk gedrag en impulsiviteit. Slaapproblemen komen eveneens vaak voor. Zowel bij het inslapen, als tijdens de nacht, kunnen kinderen moeite hebben met slapen.
Tenslotte ontwikkelt een deel van de kinderen een kleine schedel, ook wel microcefalie genoemd.
Als lissencefalie een onderdeel is van een breder ziektebeeld (een syndroom), kunnen ook problemen in andere organen ontstaan. Bij het Miller-Dieker syndroom kunnen bijvoorbeeld ook problemen met het hart en de nieren optreden. Bij het Baraitser-Winter syndroom treden vaak oogproblemen op.
Diagnose Lissencefalie
Zoals bij alle hersenontwikkelingsstoornissen het geval is, zal een combinatie van MRI, EEG en genetisch onderzoek gebruikt worden om een diagnose te kunnen stellen. Naast beeldvorming met MRI waarbij de mate van lissencefalie kan worden vastgesteld, geeft vooral genetisch onderzoek uitsluitsel over de precieze vorm van lissencefalie. De mate van epilepsie kan met een EEG worden onderzocht.
Gevolgen Lissencefalie
Net zoals de mate van lissencefalie varieert, variëren ook de gevolgen van de stoornis. Bij de meer ernstige vormen is de levensverwachting verkort, zeker als daar ook ernstige epilepsie bij voorkomt. Kinderen met mildere vormen van lissencefalie hebben minder last van de gevolgen. Wanneer vrouwen met mild dubbel cortex syndroom zelf kinderen krijgen, hebben deze 50% kans om de mutatie van de moeder over te erven.
Ondanks de erfelijke oorzaak, betreft het vaak spontane mutaties die niet bij de ouders aanwezig zijn. Er is dan ook een kleine kans dat broertjes of zusjes lissencefalie zullen ontwikkelen. Echter, bij meerdere soorten migratiestoornissen zijn de erfelijke mutaties geërfd van gezonde ouders, waarbij het zich kan herhalen bij andere kinderen in het gezin. Dit is reden voor een verwijzing (als u dat wenst) naar een Klinisch Genetisch centrum voor erfelijkheidsadvies na de diagnose van een migratiestoornis.
Behandeling Lissencefalie
Er is geen genezing mogelijk. Wel kunnen de ergste symptomen worden verlicht door fysiotherapie, ergotherapie, logopedie en medicatie voor onder andere epilepsie en spasticiteit.